Vz, wij voeren als gemeenten in het algemeen een huishouding waarbij de uitgaven meer voorop staan dan de inkomsten. Dat klinkt goed en gelukkig wordt uiteraard op verantwoorde wijze met dit publieke geld omgegaan door te werken volgens de financiële verordening waarin de spelregels vastliggen. Goed te zien dat deze volgens het raadsakkoord geactualiseerd gaat worden, want deze is enigszins gedateerd.

En voor de goede orde; de begroting dient altijd sluitend te zijn, wat betekent dat onderaan de streep de kosten (lasten) en de inkomsten (baten) even hoog zijn. 'Structureel en reëel in evenwicht' dus. De grote vraag daarbij is steeds weer hoe wij verantwoord de gemeentefinanciën toekomstgericht maken met het oog op grote opgaven als de Omgevingswet, de energietransitie en de duurzaamheid- en leefbaarheidsopgave? Maar ook of de lokale belastingen zodanig zijn dat deze voor elke eilander te betalen zijn en wij toch kunnen spreken over een redelijk inkomstenniveau voor het algemeen nut.

Vz, zoals bekend is het budgetrecht van de raad, uitgeoefend in de openbare besluitvorming, één van meest bepalende principes in de gemeentefinanciën. Dit onderstreept het belang en verklaart voor een deel ook de ingewikkeldheid; voor ons als lekenbestuur altijd weer een lastige kluif.

Gelukkig heeft de afdeling Financiën weer hard gewerkt om dit inzichtelijk te maken, die wij dan ook oprecht dank zeggen voor het geleverde werk. Zo krijgen wij netjes de cijfers van de voorgeschreven indicatoren opgesomd.

Via onze bevoegdheid van budgetrecht mogen wij als raad dus besluiten waar het geld aan besteed mag worden door het college het komende begrotingsjaar. Het jaarverslag geeft op haar beurt de verantwoording weer waaraan het daadwerkelijk is besteed en wat ermee is bereikt. Het jaarverslag zou dus een spiegel moeten zijn van de begroting.

Vz., hoe verweef je nu helder de politieke en beleidsmatige inhoud met de financiële voornemens, uitvoer en gevolgen daarvan, met als leidraad het raadsakkoord? Wij begrijpen dat er nog geen collegeprogramma is – het college bestaat immers net 10 minuten. De kernvragen zijn of er voldoende geld is om ook op termijn de bestaande voorzieningen netjes en verantwoord in stand te houden en de ambities, in de vorm van opdrachten in het raadsakkoord, te verwezenlijken.

Opdracht één aan het college immers is: maak op basis van dit raadsbrede akkoord 2022 – 2026 een college-uitvoeringsprogramma, waarin de genoemde opdrachten op een evenwichtige en verantwoorde wijze over de jaren van deze raadsperiode verdeeld worden. Bestaat dit college-uitvoeringsprogramma inmiddels of gaat u deze, nu met een voltallig college, als eerste uitwerking samen oppakken? U refereert er namelijk al wel aan terwijl wij pas sinds een kwartier weer een voltallig college hebben. Hoe heeft u dat aangepakt?

De wereld waarin wij leven laat veel onrust zien, hetgeen zich vertaalt in hoge inflatie en stijgende prijzen. Dit laatste zoals bekend vooral op die van de energie, hetgeen in alle producten en transport doorberekend wordt en voor diverse huishoudens en bedrijven zorgen oplevert. U heeft er voor gekozen om niet een algemene prijscompensatie toe te passen, maar u stelt wel rekening te houden met prijsstijging in de MJOP’n’ en in de begroting van de verbonden partijen en de investeringsplannen. Daar staat dan efficiëntieverhoging tegenover, inclusief posten voor onvoorzien als dekking voor de prijsstijgingen. (met prijsstijg-percentages van + 6% of meer). Leven met onzekerheid is een gegeven en vergt dus enige moed. In redelijkheid lijkt u dit fenomeen naar ons idee in de begroting beheersbaar gemaakt te hebben.

Dat wij door het Rijk gedurende de pandemie goed gecompenseerd zijn, is fijn en terecht. Dat u hierdoor ook geen rekening houdt met de begroting voor de na-effecten van de pandemie, is wel opmerkelijk. Graag een korte toelichting voor deze keuze.

De stijging van de Woz-waarden , door de huizenmarkt maar ook door de bouw van de Boschwijck, leidt tot meer inkomsten en tegelijk tot aanpassingen in de uitkering vanuit het gemeentefonds van het Rijk. Het is inderdaad verstandig dat u daarmee al rekening houdt. Jezelf niet te rijk rekenen is een goed uitgangspunt, zeker als het over publieke gelden gaat.

Voorop gesteld dat er vele prima uitvoeringspunten staan genoemd, als uitvloeisel van de opdrachten uit het raadsbrede akkoord, willen wij nu inzoomen op de punten die vragen oproepen.

Raadsakkoord opdracht acht (8) geeft aan: Stel nog dit jaar een evaluatie op van de proef met uitbreiding capaciteit handhaving en kom met een voorstel voor het vervolg. Waarom zien wij deze niet terug in uw programma?

Raadakkoord opdracht 12 zegt: ontwikkel, in samenspraak met inwoners en ondernemers, een plan om het autoluwe karakter van ons eiland te behouden en zo mogelijk te versterken, waarbij tevens ingezet wordt op verduurzaming en verkeersveiligheid. En opdracht 13 stelt: evalueer de bloktijden in de Dorpsstraat en kom met een uitvoerbaar en handhaafbaar voorstel. Aangezien burgerinbreng volgens het raadsakkoord een kernbegrip dient te zijn, horen wij graag waarom u er voor kiest om opdracht 12 en 13 in 2023 vooralsnog niet op te pakken.

Neemt u bij het speerpunt vijf (5), openbare verlichting, ook de optie van bewegingssensoren mee, zoals in de afgelopen raadsvergadering nog toegezegd?

Uitstekend college om de toeristische visie te actualiseren.

Het speerpunt over verkeersveiligheid stelt in 2023 om bij verkeersonveilige situaties zo nodig een adviesbureau ingeschakeld moet worden. Naast het feit dat dit doorgaans veel geld kost lijkt het verstandiger om ook en vooral de betrokken bewoners in te schakelen: ter plaatse deskundig en betrokken. Met boerenverstand kom je vaak een heel eind, hoewel e.e.a. juridisch natuurlijk wel moet kloppen. Zou met een startnotitie en burgerinbreng niet een meer gedragen pakket opleveren? Hoe denkt u hierover college?